Toen Clouseau het persbericht rondstuurde voor de aankondiging van hun nieuwe album ‘Jonge Wolven’ stonden daarin enkele mooie woorden geschreven. “Muziek wint almaar aan belang in mijn leven”, schreef Koen in het bericht. En die woorden spreken voor zich.
“De passie voor muziek vervaagt niet. Als ik straks te horen krijg dat ik nooit nog een voetbalmatch kan zien, zal ik dat spijtig vinden, maar ik zal het overleven. Maar nooit meer muziek kunnen horen of maken: dat zou ik niet trekken. Ik vind in muziek alles wat ik nodig heb: ik kom erin thuis”, zegt Koen in Humo.
De muziek van Clouseau heeft de afgelopen jaren een soort van evolutie doorgemaakt en klinkt niet meer zoals vroeger. “Ik hou ook van wat we vroeger hebben gemaakt, maar wat we nu doen, vind ik nog waardevoller. Zowel qua bezieling als qua vakmanschap hebben we nooit hoger gereikt dan nu. En eigenlijk is dat zo gek nog niet. Een voetballer weet op zijn 35ste dat het beste achter hem ligt, maar een zanger wordt niet slechter met de jaren. Kijk maar naar Paul Michiels. Die zingt nog steeds de sterren van de hemel en die is al 73.”