Véronique De Kock is 48 en net als iedereen wordt ze wel eens van wat dingen ongelukkig. Nu ze 48 is, komt ze vaker tot het besef dat ze afscheid zal moeten nemen van haar ouders.
Nooit eerder zei Véronique een presentatieopdracht af, behalve op de dag dat haar vader een pacemaker zou krijgen.
“Nog dezelfde avond had ik met een brede smile op het podium gestaan. Alleen toén, op die dag van de pacemaker, ging het niet. Ik heb naar Anne De Baetzelier gebeld. Ik huilde. Ik heb gezegd: ‘Anneke, ge moet mij redden’ en dat heeft ze gedaan. En dat was dus ‘maar’ voor een pacemaker”, zegt ze in Het Laatste Nieuws.
De Kock is bang voor de dood van haar ouders, maar dat zegt ze hen nooit. Dat hoeft ook niet, want ze weten het.
“We zien elkaar graag en we spreken dat ook uit. Vroeger niet, maar nu des te meer. Mijn ouders wonen het grootste deel van het jaar in Spanje en zo vaak het kan, ga ik naar hen toe. Maar ook al zijn ze gezond, ze zijn in de zeventig en dan begint hun lijf al snel te kraken en pijn te doen. In Spanje hebben ze daar veel minder last van. Dus ze hebben gelijk”