Nele Somers weet wat hard werken is. Zij heeft zich nooit te beroerd gevoeld om de handen uit de mouwen te steken en heeft als student veel verschillende vakantiejobs gehad. Zo werkte ze met plezier in de plaatselijke bakkerij.
“Mijn zus, die een jaar ouder is dan ik, werkte daar al en op mijn zestiende ging ik er ook aan de slag. Aan de lopende band sneed ik brood, stak ik pistolets, sandwiches en koffiekoeken in zakken én mocht ik taarten inpakken. Vooral dat laatste vond ik tof, want die zagen er zo feestelijk en lekker uit. Alles wat ze daar verkochten, was ook gigantisch groot. Ik had soms moeite om één koffiekoek in een zak voor acht stuks te krijgen”, lacht ze in Story.
In een bakker werken, dat staat natuurlijk gelijk aan heel vroeg opstaan. Toen had Somers daar weinig problemen mee. Nu zou dat iets moeizamer worden.
“In die tijd ging ik nog tot drie uur ’s nachts uit met vriendinnen, en om kwart voor zes was ik al in de bakkerij. Die was vlak om de hoek, ik kan me niet herinneren dat ik ooit te laat ben geweest. Gelukkig maar, want mijn toenmalige baas was streng. Maar ik had die job echt nodig voor de centjes, dus ik bleef braafjes voortwerken.”