Ondanks zijn kleine gestalte en de vele operaties die daar aan te pas kwamen, is William Boeva altijd een heel gelukkig kind geweest. Hij en zijn broer hadden het goed thuis en waren nooit te streng voor hun kroost.
“Ze lieten ons meestal doen en eigenlijk waren ze heel vooruitstrevend in hun denken. Het CLB heeft me meermaals naar het buitengewoon onderwijs proberen te sturen, een dogmatische regel die ze op zowat alle kinderen met een beperking toepasten. En dat doen ze nog altijd”, zegt Boeva in De Morgen.
Boeva had een leuke jeugd, maar ook behoorlijk traumatiserend. Door zijn kleine gestalte bij de geboorte had hij er op heel vroege leeftijd al 24 operaties opzitten.
“Ik ben als kind vaak kwaad geweest op mijn ouders omdat ik het gevoel had dat zij me dwongen om keer op keer in dat ziekenhuisbed te gaan liggen en mijn botten te laten breken. Dat voelde heel oneerlijk. Anderzijds had ik geen vergelijkingspunt. Ik kende alleen maar mijn eigen leven, dus probeerde ik er het beste van te maken.”