Hoewel de Planckaerts misschien hadden gehoopt om het kasteel vroeger open te stellen voor bezoekers, is er best nog wel wat werk aan de winkel. En dat terwijl de familie al heel wat werk heeft verricht.
“Kijk eens, dat moet ik hier allemaal onderhouden. Dat is veel werk, mannekes toch. Maar ik doe dat graag. Mijn ervaring als hovenier helpt mij. Je weet dat ik voor ik begon te koersen bij een tuinman gewerkt heb, die handigheid verlies ik nooit. Ik ben opgegroeid als een half boerke. Gelukkig kunnen we alles hier zelf doen, anders konden we dat niet financieren. En ik heb hier al mijn materiaal, mijn tractoren”, toont Eddy Planckaert aan Primo.
Wanneer Eddy op een tractor zit dan amuseert hij zich vooral. Maar als het echt warm is, dan druipt het zweet van zijn gezicht.
“Maar goed: als ik werk, dan werk ik. Dan moeten ze mij gerust laten. Dan heb ik geen vijf minuten tijd, voor niemand. Dan is het van ‘sorry, gasten’. Als ik het gras afrijd, dan moet dat gedáán zijn. Eerst dát, daarna de rest.”